Ewout van der Horst is werkzaam als historicus bij stichting IJsselacademie. In het kader van het project Getuigen en tijdgenoten interviewt hij Indië-veteranen in Overijssel.

Door Ewout van der Horst

Oorkondes aan de muur, een uiteengevallen fotoalbum onder handbereik, kunstvoorwerpen in de hele woonkamer, een foto van zijn Indische geliefde in de vensterbank, de legerkist met krissen en paperassen in de logeerkamer: voor Nico Teijken uit Hengelo is zijn diensttijd in Indië nog een dagelijkse realiteit. Zijn dochter reikt mij de kris aan die haar vader na een gevechtsactie 70 jaar geleden aantrof op het dode lichaam van een Indonesiër. Teijken heeft zijn kinderen altijd voorgehouden dat de dolkpunt door de vijand was ingesmeerd met gif. Door dat verhaal kijkt dochterlief nog altijd met ontzag naar het steekwapen.

 

Getuigen & tijdgenoten
Nico Teijken

Een tiental Indiëveteranen heb ik het afgelopen half jaar thuis gesproken over hun ervaringen tijdens de Indonesische dekolonisatiestrijd. De meeste veteranen hebben nog scherpe herinneringen aan hun diensttijd, anderen hebben die ‘rotoorlog’ diep weggestopt. Er is een duidelijk verband tussen de mate van openheid over het Indische verleden - of zelfs de koestering daarvan - en de aanwezigheid van objets de memoire in de seniorenwoningen. Slechts een enkeling heeft geen enkel Indisch relict meer in huis, maar ja, hij praat liever ook niet over die episode. Bij sommige veteranen daarentegen waan je je welhaast in een museum.

Getuigen & tijdgenoten
Piet Tillema

‘Oorlogsbuit!’, zegt Deventenaar Piet Tillema met een lach, als hij mij zijn ‘Indisch hoekje’ toont. In een gang van zijn prachtige appartement met uitzicht op de IJssel heeft de voormalige onderofficier souvenirs van zijn jaren als dienstplichtige in Indonesië uitgestald. In een vitrinekast liggen kunst- en gebruiksvoorwerpen en aan de muur hangen krissen, een klewang en een wandtapijt. De meeste voorwerpen zijn eerlijk gekocht op de pasar van Djokjakarta, beklemtoont Tillema. Zijn superieuren kochten er complete zilveren serviezen. Uiteindelijk zijn al die cultuurschatten toch min of meer als oorlogstrofee naar Nederland verscheept. Ietwat beladen is zijn huiselijke expositie daarmee wel, erkent Tillema.

Na afloop van mijn gesprekken met de veteranen kom ik nog een keer terug om de 90-plussers door fotograaf Albert Bartelds te laten portretteren. Van te voren vraag ik de mensen na te denken over welke voorwerpen uit hun ‘Indische jaren’ ze nog in huis hebben. De opgave is een voorwerp te vinden dat zo goed mogelijk past bij het verhaal. De een heeft een tafel vol spullen, de ander laat het vertwijfeld afweten. Na beleefd aandringen blijken er doorgaans meer voorwerpen aanwezig dan geïnterviewde zelf had bedacht. Op de kast staat nog een Indonesisch beeldje of uit de servieslade komt een houten opscheplepel tevoorschijn.

Jan Willem Buitenweg uit Wierden diende 2,5 jaar als dienstplichtig soldaat op West-Java. ‘Ik denk nog alle dagen aan Indië’, zegt hij. Zijn appartement telt onder meer een wandkaart van Java, een tafeltennistrofee uit 1948, een tegeltje ‘ter herinnering aan uw behouden terugkeer’, twee fotoalbums en zijn complete correspondentie aan het thuisfront. Maar onze gastvrouw blijkt de sterkste schakel met dat verre verleden: Jennie wachtte in Twente trouw op de terugkeer van haar Jan Willem. De foto van het herenigde stel bij zijn terugkeer in 1949 hangt nog altijd in hun slaapkamer. Jazeker mag die van de muur. Klik. 70 jaar na dato kijkt het stel elkaar opnieuw innig in de ogen.

04-10-2018