De Corona crisis heeft uiteraard ook gevolgen gehad voor het gezamenlijke Nederlands-Indonesische project Regionale Studies. In deze blog reflecteren onderzoekscoördinatoren Yulianti en Abdul Wahid op de impact van de Corona crisis op hun werk in Indonesië. Hun Nederlandse counterparts Ireen Hoogenboom en Martijn Eickhoff sluiten de blog af met enkele van hun ervaringen in de afgelopen tijd.
Gotong Royong (samenwerking) – het project Regionale Studies in tijden van Corona.
door Yulianti, Abdul Wahid, Ireen Hoogenboom en Martijn Eickhoff
Een van de voornaamste problemen van de bestaande Nederlandse en Indonesische historiografie van de dekolonisatieoorlog en de Indonesische revolutie is het gebrek aan onderlinge verbinding. In het project Regionale studies proberen Indonesische en Nederlandse historici samen deze verbinding te maken en nieuw licht te werpen op deze episode door benaderingen, concepten, bronnen en literatuur uit te wisselen en elkaars werk te lezen en te bespreken. Met behulp van jaarlijkse conferenties en werkbezoeken over en weer heeft het project zich ontwikkeld tot een energieke Indonesisch-Nederlandse onderzoeksgroep.
De Corona crisis heeft uiteraard ook gevolgen gehad voor dit gezamenlijke project en de onderzoekers. In deze blog reflecteren onderzoekscoördinatorenYulianti en Abdul Wahid op de impact van de Corona crisis op hun werk in Indonesië. Hun Nederlandse counterparts Ireen Hoogenboom en Martijn Eickhoff sluiten de blog af met enkele van hun ervaringen in de afgelopen tijd.
In het begin leek de Covid-19 epidemie nog ver weg van de stad waar wij wonen, Yogyakarta, Indonesië. Maar de situatie veranderde snel na de toename van de wereldwijde verspreiding en de aankondiging van de WHO dat het hier om een potentiele pandemie ging. Helaas waren de gezondheidscrisis en het angstaanjagend dodental in China en andere zwaar besmette gebieden in verschillende delen van de wereld geen reden voor de Indonesische regering om meteen adequate maatregelen te nemen. De slechte Corona-grappen in die periode van een aantal hooggeplaatste Indonesische ambtenaren staan nog vers in het geheugen. Als Indonesische burgers vonden wij deze grappen ongepast en getuigen van een onderschatting van de urgente situatie. Niet veel later, begin maart, werden in Jakarta de eerste Corona-positieve gevallen vastgesteld.
Nu kwam de Indonesische regering eindelijk in actie, maar met slechts halve maatregelen – in tegenstelling tot de buurlanden in Zuidoost-Azië die de situatie serieus namen en de noodtoestand hadden afgekondigd. Het gevolg was een snelle verspreiding van het virus naar de verschillende regio’s en de andere eilanden. Binnen twee maanden na de eerste Covid-19 besmetting behoorde Indonesië tot een van de pandemische epicentra van Zuidoost-Azië.
Als gevolg hiervan werd de regering gedwongen strengere maatregelen te treffen en werd de Pembatasan Sosial berskala Besar (PSBB) of Grootschalige Social Distancing geïntroduceerd. Dit zou volgens de Indonesische regering de meest geschikte strategie zijn voor de Indonesische situatie omdat een totale lockdown sociale chaos zou kunnen veroorzaken zoals in India.
Alle publieke instanties zoals scholen, universiteiten, winkelcentra en religieuze gebouwen werden gesloten en mensen moesten zoveel mogelijk thuis gaan werken. Een uitzondering werd gemaakt voor een aantal strategische sectoren om economische schade en sociale onrust te beperken. Deze gedeeltelijke lockdown veroorzaakte veel verwarring, onzekerheid en onvrede, zeker onder moslims die op het punt stonden aan de Ramadan te beginnen.
Eind maart begon de impact van Covid-19 echt voelbaar te worden in de Indonesische maatschappij. Universitas Gadjah Mada (UGM), waarvan een professor overleed aan de gevolgen van Corona, behoorde tot de eerste campussen in Yogyakarta die duidelijke maatregelen troffen. De campus stelde een thuiswerkbeleid in, annuleerde alle academische activiteiten en ging over op online colleges. Deze maatregelen hadden een enorme impact op alle werknemers, ook op ons en ons project.
In de eerste weken leerden we ons, met trial and error, aan te passen aan deze onvoorstelbare situatie. Vóór Corona werkten wij – een Phd onderzoeker en een faculteitsmedewerker – vrijwel altijd op de campus. In de pauzes ontmoetten we elkaar graag voor lunch en koffie en hadden we gesprekken over ons werk. Hierdoor hadden we regelmatig contact met onze collega’s en konden we over ons onderzoek praten. Vaak deden we in de avond nog mee aan de outdoor gym op de campus.
Toen Corona ons campusleven onderbrak waren we juist een gezamenlijke workshop Regionale Studies voor eind maart aan het organiseren met de onderzoekers uit Nederland. De voorbereiding verliep goed, zowel inhoudelijk als sociaal. Maar de verslechterde situatie in Nederland en de toenemende onzekerheid in Indonesia zetten onze plannen on hold. Uiteindelijk hebben we alles moeten annuleren.
Alles bij elkaar is onze dagelijkse routine ingrijpend veranderd door de Corona pandemie. In het begin voelden we ons onzeker en gedesoriënteerd. Het accepteren van alle restricties in het dagelijkse leven en ons isoleren van allerlei sociale activiteiten werd een nieuwe realiteit die slechts een paar weken daarvoor nog ondenkbaar was geweest.
In onze herinnering waren de eerste drie weken na het ingaan van de semi-lockdown het moeilijkst. Het was een periode waarin de meesten van ons bezig waren de nieuwe situatie te verwerken. Wat was er aan de hand? Hoe erg zou dit gaan worden? Wat moesten we doen met ons werk?
Na deze eerste chaotische weken – nog steeds in de aanpassingsmodus – was het bemoedigend om weer in contact te komen met vrienden en collega’s via verschillende communicatiemiddelen. We leerden steeds meer ons dagelijks leven vorm te geven en thuiswerkschema’s op te stellen. Na een tijdje begonnen we ons meer op ons gemak te voelen. We legden weer contact met de collega’s van het Regionale Studies project, eerst met de Indonesische onderzoekers en daarna met de Nederlandse collega’s. Ons eerste doel was heel simpel: we wilden zeker weten dat het met iedereen goed ging en ze weer bij het project betrekken. Daarna pas zijn we over het onderzoek gaan praten en over de vraag hoe we verder moesten gaan met het project.
We hebben verschillende online-bijeenkomsten georganiseerd. Deze verliepen over het algemeen heel succesvol. Op deze manier hebben we toch een Regionale Studies workshop kunnen houden. Omdat online workshops een nieuwe ervaring voor ons zijn en eigenlijk ook een experiment, wilden we het rustig aan doen. Zeker op momenten dat de technologie ons parten speelde. Het was belangrijk dat alle onderzoekers hun problemen en uitdagingen, veroorzaakt door de pandemie, naar voren konden brengen. Eerlijk gezegd was het even wennen om dit vanuit je privéomgeving te doen, maar tegelijkertijd voelde het als een opluchting om de werkrelaties en de interactie weer te kunnen oppakken. Lof voor de veerkracht, werkgeest en gotong royong van alle collega’s en onderzoekers in dit project!
De huidige omstandigheden in Indonesië – zoals wij het zien en ervaren – vormen een uitdaging voor academici. Bepaalde activiteiten zijn in digitale vorm nog steeds mogelijk maar sommige zaken vereisen toch echt persoonlijk contact. Om lokaal of internationaal onderzoek te kunnen doen, moet je reizen en dat kan nu niet. Daarnaast zijn de archieven gesloten. Deze situatie zorgt voor frustratie en vertraging. Ondertussen heeft de Indonesische regering een nieuw paradigma geïntroduceerd: ‘Normal Baru’ (het Nieuwe Normaal). Maar voor ons is niet duidelijk hoe dat nieuwe normaal voor academici eruit gaat zien. Is het gewoon een set van nieuwe technocratische maatregelen of ook een nieuw intellectueel paradigma met meer academische vrijheid, dat uiteindelijk zou kunnen leiden tot een nieuw begrip van het verleden van deze natie? We gaan het zien.
-------------------------
Ireen Hoogenboom en Martijn Eickhoff, wonend in Nederland, hebben deels soortgelijke ervaringen met de impact van het Corona virus. Het virus begon zich eerder in Nederland te verspreiden dan in Indonesië. In februari begonnen we te twijfelen of de jaarlijkse workshop in Yogyakarta in maart wel door kon gaan. Na alles meerdere keren zorgvuldig te hebben afgewogen met ons Indonesisch-Nederlandse team, besloten we de workshop ‘voor de zekerheid’ te cancelen. Nog geen week later zaten we in de zogenaamde ‘intelligente lockdown’. Pas toen begonnen we ons te realiseren dat het virus voorlopig nog niet weg was en dat deze situatie vergaande invloed zou hebben op ons leven en werk. Het werd steeds moeilijker om een planning te maken. Voor het project Regionale Studies vormden de ban op internationale vluchten en het niet meer fysiek bijeen kunnen komen de grootste uitdaging.
Ondanks dat sommige collega’s persoonlijk geraakt werden door het virus en met serieuze tegenslagen te maken kregen, lukte het toch om het beste van de nieuwe situatie te maken. Het online weerzien en het bijpraten met de collega’s van UGM en de Indonesische collega’s uit de onderzoeksgroep gaf ons weer nieuwe energie. Samen organiseerden we een serie online-bijeenkomsten en workshopsessies om toch zo veel mogelijk doelen van de gecancelde workshop te bereiken. Het werd ondanks de technische perikelen een succes, mede dankzij de toewijding van alle betrokken onderzoekers . Maar ook omdat we het geluk hebben gehad elkaar de afgelopen jaren goed te leren kennen tijdens de ‘echte bijeenkomsten’, waarbij ruimte was voor persoonlijke gesprekken en spontane discussies.
Nu we eraan gewend zijn is het houden van digitale workshops inderdaad het ‘Normal Baru’ (nieuwe normaal) geworden. Hopelijk kunnen we in de nabije toekomst de twee vormen combineren.