For the past two months, Azarja Harmanny - one of the researchers within this programme - resided in Indonesia for a language course and exploratory research. He undertook this trip as a preparation for the official start of the research programme in September. Harmanny, who will execute the project regarding the so-called 'technical violence' took part in an intensive language course Bahasa Indonesia in Yogyakarta. The goal of this course was to be able to communicate in Indonesian and to make use of Indonesian literature and archives.

This blog is in Dutch.

Naast de taalstudie voerde hij een inventarisatie uit van relevante archieven bij het Indonesische nationale archief, het Arsip Nasional Republik Indonesia (ANRI) in Jakarta. Ook bezocht hij in de hoofdstad het historisch centrum van het Indonesische leger, de Tentara Nasional Indonesia (TNI).

In Yogyakarta deed Azarja Harmanny onderzoek in enkele bibliotheken, zoals die van de Universitas Gadjah Mada (UGM) en de Faculteit Cultuurwetenschappen aldaar. Verder voerde Harmanny verkennend veldonderzoek uit in enkele dorpen in Midden-Java. Daarbij sprak hij onder andere met een lokale historicus en een overlevende van een Nederlandse artilleriebeschieting in 1947.

De deelstudie over technisch geweld maakt binnen het onderzoeksprogramma deel uit van het project Asymmetrische oorlogvoering. Dit project wordt uitgevoerd door het Nederlands Instituut voor Militaire Historie. Azarja Harmanny werkt sinds 2012 bij het NIMH, waar hij zich gespecialiseerd heeft in de militaire geschiedenis van Nederlands-Indië/Indonesië.

08-09-2017